Doel van de brief

Over het algemeen wordt aangenomen dat de brief aan de Hebreeën was geschreven om de Joden die bekeerd waren tot het christendom aan te moedigen om trouw te blijven en vast te blijven houden aan Christus en niet terug te gaan naar het Judaïsme. Door heel de brief vergeleek de schrijver wat de Hebreeën hadden onder de wet van Mozes, met wat ze nu hadden in Jezus. Bij elke gelegenheid liet hij zien dat wat Christus geofferd had, veel beter was dan het oude systeem. Hij wees verder op het feit dat het oude systeem op z’n einde liep en spoedig zou verdwijnen. Hij gebruikte het grote voordeel van het nieuwe verbond in samenhang met de spoedige ondergang van het oude verbond om de mensen aan te moedigen loyaal te blijven aan Jezus. Het was duidelijk dat de vervolgingen zwaar waren en alles wat nodig was om dat te beëindigen, was het opgeven van je geloof in Jezus! Het was dan ook erg verlokkelijk om op te geven! Deze brief aan de Hebreeën was gemaakt om hun redenen, moed en hoop te geven om nog een poosje vol te houden.

In hoofdstuk 10 verwees de schrijver de gelovigen naar de “samenkomsten”, terwijl de kerk op haar beurt vooruit keek naar de wederkomst van Jezus. In ieder geval zei hij “elkaar aan te sporen” om trouw te zijn en dat zoveel te meer, “als u de grote dag ziet naderen”. Bijbelleraren zijn het er over het algemeen over eens dat “de dag” hier, de dag is wanneer Jezus zou komen, “een tweede maal zonder zonde ….tot hun verlossing” (Hebr. 9:28). Dus de Hebreeuwse christenen zouden “de dag” kunnen zien “naderen”, wanneer Jezus terug zou komen. De Griekse tekst zegt dat zij de dag zouden kunnen zien “naderbij komen”. Jezus had gezegd met betrekking tot zijn komst en tekenen die daar naar toe leiden: “Zo moet ook gij, wanneer gij dit alles ziet, weten, dat het nabij is, voor de deur” (Matt. 24:33). Dus de christenen konden de gebeurtenissen om hen heen zien en wanneer zij deze dingen zagen, zouden ze weten dat de dag van Jezus’ komst “naderde” en “naderbij kwam”. De schrijver moedigde de gelovigen aan om elkaar te ondersteunen en trouw te blijven naarmate zij de dag van zijn komst zagen naderen en om hun aansporingen te intensiveren naarmate “de dag” dichter en dichterbij kwam.